Gevoel en het lichaam, deel 2.

Huis- tuin- en keukengevoelens.

In onze taal gebruiken we uitdrukkingen om de relatie tussen gevoel en lichaam weer te geven. De kortste weg van gevoel door het lichaam heen is het hart op de tong dragen, wij luchten ons hart dan meteen. Soms kunnen we iets niet verkroppen, dan wil het er niet in of we hebben een brok in de keel, dan wil het er niet uit. 

Een langer proces gaat via de spijsvertering, we hebben ergens de buik vol van, het ligt als een steen op onze maag, we hebben iets op de lever en spuwen vervolgens onze gal en als we dat nalaten raken wij verbitterd.

Er gebeurt iets dat mijn gevoel wekt, ik herken dat mijn gevoel gewekt wordt en probeer te weten welk gevoel er nu precies optreedt. Als dat lukt kan ik het een naam geven. Vervolgens vraag ik me af of ik er iets mee ga doen meer dan dat ik mijn gevoel toelaat, beleef en draag. Als dat zo is vraag ik me af wat ik er mee ga doen, dus hoe ik mijn gevoel tot expressie breng. Dit kan zijn dat ik er over schrijf, zing of schilder, of dat ik vanuit het gevoel in actie kom en een daad stel. Het gevolg is dat ik mijn innerlijk verrijk en dat de wereld er mooier van wordt, we gaan even uit van het positieve.

Het ontwaken van het gevoel kan zomaar gebeuren, ook als het niet schikt. U bent bijvoorbeeld met een taak bezig en u schiet in een emotie die u niet kunt uiten omdat uw taakopvatting dat niet toelaat. Zo’n emotie wordt geparkeerd. We doen dat allemaal en het gaat de hele dag door. Het parkeren kost want emotie wil er uit (wil geuit) en we houden dat tegen. Na een week is de opwinding er wel vanaf, ik kan het gevoel dan wel herinneren maar ik moet er iets voor doen. Na nog meer tijd kost het mij meer moeite om te herinneren of mijn gevoel komt weer omhoog door een gebeurtenis of doordat iemand iets doet of zegt.
In de loop van de tijd gaan de onafgewerkte emoties steeds dieper in mij zitten. Wat ik op een moment kan omvatten is beperkt. Waar ik geen moeite voor doe lijkt na een tijdje verdwenen. Het is net alsof er bakken zijn die vollopen en daarna overstromen in een andere bak. 

Ik heb mezelf de vraag gesteld of een blik op de elementen hulp kan bieden om dit proces te begrijpen.
Vuur vindt u in tegenwoordigheid van geest, wakker zijn op het moment zodat u kunt waarnemen.

In ons organisme worden gevoelens gedragen door het astrale lichaam, dit deel van ons wezen is verwant aan het element lucht. Lucht is altijd in beweging. Het astrale lichaam zorgt voor spanning en ontspanning (verbinden en loslaten), is actief in het bewustzijn en lichamelijk in bijvoorbeeld spieren, bindweefsel en klierweefsel.
Als ik met te veel onafgewerkte emoties rondloop moet mijn astrale lichaam meer spannen om de emoties te onderdrukken. Dit veroorzaakt een verminderde beweeglijkheid van mijn astrale lichaam met als gevolg een te hoge spierspanning, te hoge huidspanning, te sterke klierwerking (bv te veel maagzuur), te hoge adembeweging maar het kan ook een hoge spanning geven aan de kapsels die de organen omgeven.

Een normaal functionerend astraallichaam impulseert het etherlichaam, verwant aan het element water. Dit impulseren zorgt in ons vloeistoforganisme voor de noodzakelijk ritmische bewegingen (een normale adembeweging is een massage voor de buikorganen). Als de noodzakelijke ritmische beweging er niet meer voldoende is stromen mijn sappen minder, word ik minder vitaal. Vitaliteit vindt u bij uzelf in levenslust, gezondheid, beweeglijkheid in voorstellingen en een functionerend geheugen (lees: het vermogen om te vergeten en weer te herinneren).

Het fysieke lichaam, verwant aan het element aarde, blijft “jong” door werkzaamheid van het etherlichaam. Als mijn etherlichaam minder gaat stromen word ik stijf. Ik word stijf in mijn spieren en bindweefsel maar ook in mijn gedrag kom ik niet tot vernieuwing, ik ben vastgeroest.

Hoe gaat het met mijn elementen?
Vuur. Als ik niet slaap wil dat nog niet zeggen dat ik wakker ben. Mijn vuur beweegt zich tussen dat ik niets opmerk en dat niets mij ontgaat.

Lucht. Als ik loslaat, ontspan, komen gevoelsbubbels vanzelf naar boven. Als ik in de war raak ook. Een situatie kan zo zijn dat duidelijk is wat er van mij wordt verwacht. Het is dan goed mogelijk daar gepast op te reageren. Ik gebruik in mijn werk oefeningen die of niet kunnen, of die ik onvolledig instrueer (svp niet verder vertellen). Dit geeft vervolgens wat onhandige reacties van mijn klanten die mij veel vertellen over wat deze mens doet als er stress is.
Ook in het gewone leven kan ik ongepast reageren. Ik let op mijn spontane emotionele reacties, ik bedoel gemoedsbeweging, al of niet geuit. Ongepast kan zijn overmatig (ik barst in snikken uit bij een kinderprogramma op tv), niet de juiste emotie bij de situatie (ik lach terwijl iemand zich bezeert) of ik schuif mijn eigen emotie naar voren (ik voel precies wat u bedoelt, ja ja). 

Water. Het etherlichaam is ons gewoontelichaam. Mijn gedrag kan maatregelen bevatten, die ik heb genomen om mijzelf te beschermen, die gewoonte zijn geworden. Ook reageren we volgens vaste patronen op nieuw en verandering. Deze maatregelen en patronen hebben een houdbaarheidsdatum.
U kunt denken aan hoe u bijvoorbeeld omgaat met uw positie in een ruimte, zit u met rugdekking, moet u naar buiten kunnen kijken, hoe dichtbij mag iemand komen zonder dat u zich ongemakkelijk gaat voelen?
Ook uw groepsgewoontegedrag kan interessant zijn. Neemt u plek in in een groep, neemt u het woord of zelfs het voortouw of heeft u achteraf het idee dat u de enige was die begreep waar het over ging maar u heeft dat maar niet gezegd. Er zijn nogal veel gewoonten, andere voorbeelden: ochtend- en avondrituelen.

Aarde. U heeft er geen bewustzijn meer van en het is niet meer in uw gewoontes. Op dit niveau uit het zich in beperkingen en onvermogen.

Opruimen die handel.

Waar we te veel in ons verzamelen ontstaat druk, die moeten we tegenhouden. Vanuit de wereld staan we onder druk, we hebben taken. Om overeind te blijven gebruiken we (spannings)patronen, daar worden wij moe van. 

Als er ruimte ontstaat doordat ergens druk wegvalt komen gevoelens en impulsen vanzelf naar boven, u kunt daarmee aan de slag en daarna heeft u uw spanningspatronen minder nodig. U kunt wachten tot er vanzelf ruimte ontstaat of u kunt zelf ruimte maken. Het lijkt misschien dat dat tijd kost maar het levert u wat op omdat u minder tijd en energie verliest aan uw spanningspatronen.

Voorkomen helpt. “Het zesvoudige pad” door Joop van Dam is een beknopt boekje over oefeningen voor de hygiëne van de ziel. Verder wil ik noemen “ Nervositeit en wilskracht” van R.Steiner over gejaagdheid en zenuwachtigheid, met tips voor het gewoonteleven.

De vraag waar wij emoties bewaren in het lichaam wil ik voorlopig beantwoorden met : overal.
Dit is geen omvattende beschrijving van de fenomenen maar een schets. Vanwege de omvang heb ik geen voorbeelden gebruikt, mag u zelf doen.

Groet, Wim Witteveen