Vel, deel 5

Het motto voor deze bijdrage, die gaat over het stofwisselingsledematensysteem, is: ‘Eet wat u verteert en verteer wat u eet’. 

Toen ik voor het eerst met dit beeld (stofwisselingsledematensysteem) in aanraking kwam hielp het mij de Chinese filosofie die ten grondslag ligt aan de acupunctuur te begrijpen. In deze denkwijze gaat het erom dat onze energie stroomt door meridianen (denkbeeldige kanalen) in het lichaam maar ook aan de oppervlakte, de huid. De aan de oppervlakte gelegen meridianen worden therapeutisch benaderd en hebben namen van organen. Zo kwam ik tot de volgende voorstelling: organen hebben energie voor zichzelf nodig, er is overmaat, de overmaat stroomt naar spieren en huid. Heeft een orgaan gebrek dan komt er te weinig overmaat in huid en spieren en ontstaan daar problemen. Andersom kan het uiteraard ook hoewel ik de indruk heb dat het lichaam prioriteert, we kunnen wel zonder benen maar niet zonder lever. 

De stofwisseling. 

Om te kunnen leven en werken hebben we bouwstoffen en energie nodig, we halen deze stoffen uit onze voeding. Wat we niet onmiddellijk nodig hebben zetten we in ons zelf af of scheiden we uit. In ons eetgedrag spelen gewoontes een grote rol, als ik op vaste tijden eet krijg ik op vaste tijden trek. Het lichaam geeft ons signalen om ons eraan te herinneren dat we moeten eten. De trek die ik krijg kan ik laten voor wat ze is, ik krijg dan later een ander signaal van mijn lichaam, bijvoorbeeld een flauw gevoel. Als ik dat ook negeer verdwijnt na anderhalve dag het signaleringssysteem. Velen van u kennen dat van het vasten.
Voor drinken hebben we ook een signaal, dorst, als ik alleen maar drink als ik dorst heb drink ik te weinig.
Aan de uitscheidingskant werkt het ook met signalen, ook deze signalen kunnen we negeren. Uiteindelijk heeft dat negatieve gevolgen voor de uitscheidingsfunctie of het uitscheidingsapparaat. 

Behalve dat we eten om ons te voeden, eten we ook voor het lekkere, voor de lust. Voor mij is de lust groter als ik niet zelf kook. U kent ook vast het gevoel na een goed bereide maaltijd dat u genoten heeft van de maaltijd, verzadigd bent maar niet vol. Goede kok gehad.
Als de reden om te eten in het lustleven gelegen is wordt het een beetje link vanwege de gemakkelijke lichamelijke conditionering van eten. Neem ik bijvoorbeeld een paar dagen achter elkaar ‘s avonds pinda’s dan heb ik vervolgens elke avond op die tijd trek. Eet ik mijn ongenoegen weg dan leer ik mijzelf dat ik bij ongenoegen moet eten (mijn advies in gevallen van ongenoegen wegeten: koop kwalitatief hoogwaardig spul en proef). 

Ten derde ontwikkelen wij onze zintuiglijkheid aan het eten. Het meest voor de hand liggen geur en smaak maar er is meer te ontdekken. Bij het kauwen krijgt u een indruk over de stofeigenschappen, vast, week, taai maar ook over of u naar het eten toestroomt of niet. Ook kunt u opmerken of u uitdijt of dat u samentrekt. Als u dit vergezocht vindt moet u maar eens fastfood voor de tv proberen. 

Het bewegen. 

In tegenstelling tot rondom het eten hebben we geen lichamelijke signalering die ons meldt dat we moeten bewegen. Op een gegeven moment komt er wel een signaal namelijk als er problemen zijn. Dan bent u te laat. Als we een periode vasten gaan er geen vermogens verloren, als we een paar weken moeten liggen zijn onze spierkracht en onze conditie verdwenen. U moet dus uzelf in beweging zetten. De overheid vindt dat ook en investeert miljoenen om Nederland in beweging te brengen. De overschotten die we in onszelf afzetten vormen nogal een kostenpost.

Tijdens een cursus over fysieke training werd mij verteld dat we gemiddeld twee tot vier minuten per dag op een inspanningsniveau bewegen dat training genoemd mag worden. Dit aspect van bewegen kunt u doen in een fitnessomgeving, Wageningen en Ede hebben voldoende goede gelegenheden. Verder lenen wandelen, fietsen en zwemmen zich uitstekend met als extra dat u dat in de buitenlucht kunt doen. Heeft men zich eenmaal uit de stoel gesleurd en is men gaan bewegen dan vindt men het achteraf nog leuk ook (ik zeg maar even ‘men’ opdat u zich niet al te persoonlijk voelt aangesproken) 

Naast de broodnodige fysieke belasting bewegen we ook om onszelf uit te drukken. Iedereen doet het en we noemen dat nonverbale communicatie. Als u daar meer mee wilt doen zijn daar in de regio voldoende mogelijkheden om uw kundigheden uit te breiden (dansen, drama en etcetera). Hoewel de gevoelsaspecten voorop staan kunt u er behoorlijk bij zweten. 

Wat is nu de relatie tussen geestelijke ontwikkeling en bewegen? 

Ook bij het bewegen schoolt u zintuiglijkheid. Veel van onze bewegingen verlopen naar gewoonte, hetgeen betekent dat u speciaal op moet letten voor de zintuiglijke oefening. Een beweging iets trager uitvoeren dan normaal of met de andere kant is meestal voldoende.
Een soort overtreffende trap op dit gebied is euritmie. Steiner vond dit een stuk leuker dan turnen. Wellicht speelt daarin mee dat hij euritmie heeft ontwikkeld en dat turnen er al was. Als u de gelegenheid heeft euritmie te doen zou ik adviseren het te doen. Voor mijn gezondheid heb ik 13 jaar geleden oefeningen gedaan die ik nog steeds gebruik omdat ik er iets aan heb. 

Tenslotte is het zo dat als u zich niet beweegt u ook nergens tegenaan loopt. Om te weten hoe het met het laatste aspect van bewegen gesteld is kunt u zich dit als vraag stellen : loop ik nog wel eens tegen iets aan? 

De volgende bijdrage gaat over het gebruik van de uitdrukking: Ik zit niet (of wel) zo goed in mijn vel. 

Groet, wim witteveen