Overbelasting, deel 2, Fase 1

In de eerste fase bent u nog gewoon gezond maar te belast met taken. Deze taken kunnen werktaken zijn maar ook zorg voor gezins- en familieleden of  een maatschappelijke taak of ideaal. De belasting neemt geleidelijk toe; er is bij de toenames onvoldoende analyse of het volgende taakdeel er nog bij kan en daardoor is er onvoldoende keuze voor de verzwaring. De omvang van de taken legt een claim op de zelfzorg en leidt tot het afstoten van deelname aan vrije tijd activiteiten, de rolverschraling. Uiteindelijk heeft u alleen nog taken.

Te lang werken en werken met te veel stress maakt ons minder productief, dat geeft een naar gevoel. U voldoet niet aan de eisen die u uzelf heeft gesteld en uiteindelijk gaat u fouten maken. Het hoofd raakt vol, er is geen ruimte meer voor de dingen die u normaal wel ‘bij u heeft’, nieuwe dingen kunnen er niet in.

Een bijkomend nadeel is dat u geïsoleerd raakt; vanwege de sterke verbinding met uw werk (o.i.d.) spreekt u te weinig andere mensen, u heeft daardoor te weinig de gelegenheid te relativeren, andere mensen kunnen niet zien dat u hun steun nodig heeft. In een werksetting mag ik hopen dat er een bedrijfsgeneeskundige dienst is met een preventiebeleid. Gaat het om privé-taken of om individuele beroepsbeoefening dan zou u zelf maatregelen moeten nemen. In de praktijk komt van dat laatste weinig terecht.

Op de weg naar de ziekte toe in fase 1 zie ik de mensen niet, deels omdat men geen klachten heeft die voor mij relevant zijn, deels omdat de mensen die dit gebeurt meer met hun taken bezig zijn dan met zichzelf en daardoor te laat aan de bel trekken. Op de weg terug naar herstel zie ik u wel. Voor de werkenden is er dan meestal ook begeleiding van een reïntegratiebureau, zodat mijn werk (zonodig) een aanvulling is op dat van het bureau.

Als u zich te zwaar belast voelt, kunt u zelf helpen door uzelf te bevragen. De meest voor de hand liggende vraag is: Wat doe ik in mijn vrije tijd? Het antwoord geeft een maat voor de rolverschraling. Een volgende vraag is: wat laat ik vallen van mijn taken of waarvoor haal ik ondersteuning van buiten? Het is mijn overtuiging dat het momenteel niet mogelijk is alle taken die we hebben naar behoren te doen. Sommige taken doe ik niet of met minder kwaliteit. Tenslotte kunt u even googelen op Maslow, een Amerikaanse psychiater die een piramide van behoeftes heeft geformuleerd. Ik maak in de praktijk mee dat mensen ‘gewoon’ functioneren maar bijvoorbeeld erg slecht op hun eten letten en daardoor wapperende suikerspiegels krijgen. Zo’n vragenuurtje met uzelf zou ik periodiek doen, als u het niet zelf opbrengt, haalt u dan ondersteuning van buiten.

Op de weg terug naar gezondheid in fase 1 bent u weer aan de gang, eventueel met coaching op de goede voornemens uit het voorafgaande hersteltraject. Wat ik mijn klanten altijd adviseer, is het maken van terugblikken op het werk over de zojuist gewerkte periode met notitieblok bij de hand. Het doel is de maalstroom van de tijd te onderbreken en het werk op het werk te laten, waardoor de scheiding tussen werk en vrij beter wordt verzorgd. Deze terugblikken horen plaats te vinden in de tijd van de baas en duren vijf tot tien minuten. Voor de mensen met de problemen in de niet-werktaken ligt het minder duidelijk, u moet in die gevallen veel meer vormkracht uit uzelf halen.

Succes, Wim Witteveen