Overbelasting, deel 1.
In deze tijd zien we veel mensen met algemene overbelastingsklachten. In het werk ligt de nadruk minder dan vroeger op lichamelijk presteren, de meeste mensen zijn maar enige minuten per dag zo intensief bezig dat de inspanning de intensiteit heeft van training. De klachten waarmee mensen ons bezoeken liggen derhalve minder in overbelasting van het bewegingsapparaat.
De druk op mensen in andere zin is enorm; een derde van de huisartsenbezoeken is vanwege “psychische” klachten. Wanneer de huisarts denkt bij het verhaal van de patiënt: deze mens heeft gedurende de laatste tijd meer op zijn /haar bord gekregen dan verwerkt kon worden, luidt de diagnose: overbelasting (surmenage).
Meestal bouwen de klachten zich op in de loop van de tijd en dringen geleidelijk steeds dieper het organisme binnen. Het moment waarop hulp wordt gezocht verschilt van persoon tot persoon en daarmee verschilt ook de ernst van de ontstane toestand.
In het kader van een overleggroepje fysiotherapeuten heb ik de stadia voor werkstress op een rijtje gezet, of mijn collega’s er veel aan hebben gehad weet ik niet, voor mijzelf hielp het wel te zien welke maatregelen passen bij de verschillende stadia.
Ik leg het maar gewoon aan u voor, er mag op worden ‘geschoten’.
Verschijnselen:
1. Problemen in de zelfsturing, bv ten opzichte van werk ineffectieve strategieën, in eigen leven rolverschraling, concentratiestoornissen.
2. Problemen in spanning, stemmingsstoornissen (meestal te vlak van stemming) emotionele overprikkelbaarheid, concentratiestoornissen en ritmeproblemen: verdeling rust/arbeid in de tijd, slaapstoornissen
3. Problemen met inspanning en van de stofwisseling, hartjagen, zweten, verlengde hersteltijd na inspanning, spierpijnen, vermindering van de weerstand, concentratiestoornissen, duurzaam ontregelde stressregulatie.
Bij 1. denkt u aan taakverzwaring bijvoorbeeld doordat een collega uitvalt, de taken moeten worden uitgevoerd, u zet een tandje er bij. U moet daardoor wat meer tijd besteden aan het werk en komt minder toe aan uw vrijetijdsbestedingen. Het wordt van kwaad tot erger en u moet taken in uw gezin (of ander samenleefverband) verminderen, dit is de rolverschraling. Helaas duurt de uitval langer dan gehoopt etcetera. De concentratiestoornis in dit verband is nog slechts een vermindering van tegenwoordigheid van geest.
Bij 2. het ritmisch systeem, belangrijk in het ons gezond houden en zelfgenezing, gaat haperen. Dit is eigenlijk een functioneel biologisch probleem, de functies haperen maar er zijn geen dingen stuk. De boog staat te veel gespannen er is te weinig ontspanning en de emotionele vertering raakt achterop. De concentratiestoornis verandert van aard: Omdat de mentale spanning er steeds is, kan er gewoon niets meer bij.
Bij 3. de biologie zelf begint minder goed te werken, de voorstelling die ik er bij gebruik is dat de accu niet leeg is maar stuk. De optredende verschijnselen zijn er, ook als het niet logisch is. Het zijn als het ware alarmsignalen die ook afgaan als er niets aan de hand is. De concentratiestoornis is nu dat het hoofd gevuld raakt met mist of soep, de voor het hoofd normale helderheid is minder aanwezig (korter) of weg.
Deze opsomming is gemaakt voor klachten die voortkomen uit werkstress, dezelfde reeks kan ontstaan wanneer de klachten hun grond hebben in dat het leven te veel ingrijpende gebeurtenissen met zich meebrengt. Het zal u duidelijk zijn dat “Bij 1” dan een stuk ingewikkelder is.
Verder is het zo dat deze klachten regulier psychisch worden geduid, ook de klachten bij 3. Vanuit onze optiek is dit niet volledig, we zien weliswaar bijvoorbeeld stemmingsproblemen en angsten bij een afgenomen vitaliteit maar deze verdwijnen soms weer als de vitaliteit zich herstelt.
Voorlopig tot zover, reacties mogen naar : hetwaag@hetnet.nl tav Wim
Met vriendelijke groet, Wim Witteveen