Overbelasting, deel 4, Fase 3
De symptomen: Problemen met inspanning en van de stofwisseling, hartjagen, zweten, verlengde hersteltijd na inspanning, spierpijnen, weerstandvermindering, concentratiestoornissen, duurzaam ontregelde stressregulatie.
Het mag zeldzaam zijn dat u dit bereikt maar het is ook zeldzaam lastig. Uw lichaam reageert niet normaal, er zijn allerlei merkwaardige verschijnselen die u niet kunt koppelen aan wat u heeft gedaan, ze treden vanzelf op. Daarbij is het niet duidelijk of u iets met deze verschijnselen moet doen, of u er naar moet luisteren.
In de voorafgaande periode heeft u de signalen die uw lijf gaf niet herkend of er niets mee gedaan. Nu treden ze op als een soort spoken, onverwacht en ongrijpbaar (warmtestuwing, prikkelingen in handen voeten etc, stressreacties zonder reden)
Veder doet uw stofwisseling raar, van verteringsproblemen tot ziekte (bv ontsteking van een darm), u kunt weinig doen en er zit geen lijn in, de ene dag is beter dan de andere. U kunt dus ook niets plannen omdat u niet van te voren weet hoe de volgende dag is. Kortom, u herkent u zelf niet meer.
Wat te doen?
Het is belangrijk om u te realiseren dat u moet wennen aan deze toestand terwijl u dat niet wilt. De weg er uit is dat u onbekommerd leeft op het moment, dus doet wat op een moment mogelijk is zonder verwachtingen en hoop dat het daardoor morgen beter wordt.
Dit betekent dat u sociaal niet functioneert; u kunt geen afspraken maken, u kunt een ontmoeting na een paar minuten moeten afbreken omdat het niet meer gaat, andere mensen kunnen niet zien dat u ziek bent want u heeft geen ledemaat in het gips. Ook kan het zijn dat u hulp nodig heeft voor de handelingen van alle dag.
Hulp van buiten.
Het kunnen verteren van het eten staat op nummer 1. Als u er zelf niet uit komt kunt u hulp zoeken (natuurvoedingkundige, orthomoleculaire dokter etc.). Het is belangrijk dat het mensen zijn die kennis hebben en daarnaast durven zoeken.
Voor de dingen van alledag heeft u mensen nodig die het aankunnen de dingen voor u te doen zonder te hoeven snappen waarom; de aanvaarding van de toestand waarin u verkeert door de ander maakt het voor u eenvoudiger onbekommerd te blijven.
Therapie kan soms maar niet altijd, actieve therapie is nog niet aan de orde, massage wordt vaak verdragen maar soms is ook dat te veel.
De huisarts heeft u nodig om van sommige klachten te weten of het ziekte is waarmee iets moet gebeuren.
Volgens mij is het belangrijk in deze fase zo weinig mogelijk aan therapie te doen, dus ook zo weinig mogelijk mensen zoeken die zich over uw gezondheid ontfermen. Theoretisch is er namelijk van alles en nog wat mogelijk, praktisch gaat dat niet omdat het lichaam zeer beperkt is ook in het opnemen van (therapeutische) prikkels. Dus terwijl u in een situatie zit waar u liefst gisteren weer uit zou zijn, moet u allerlei mogelijkheden niet benutten en op eigen houtje door deze periode heen zien te komen.
De duur van deze fase kan lang zijn, in de ergste gevallen tot jaren. De eerste tekenen van herstel zijn meestal dat u het gevoel heeft weer een beetje te gaan leven of dat u merkt dat er energie is. Bij sommige mensen herstelt eerst het hoofd, bij andere eerst de beweegvermogens. Het eerste herstel kunt u beter niet uitgeven, blijft het dan kunt u naar de adviezen van fase twee, het geleidelijk blootstellen aan meer activiteit.
Ik realiseer mij dat ik geen vrolijk verhaal vertel. Het is soms nu eenmaal zo. Als ik op mijn 40e in het bovenbeschrevene geraak en ik doe er 10 jaar over daar weer uit te komen, dan heb ik daarnaast ook nog de effecten van het 10 jaar ouder zijn. Herstel betekent dus vaak dat het prestatievermogen duurzaam is verminderd.
In de sport komt overbelasting in algemene zin ook voor, men noemt het daar overtraining.De volgende keer een uitstapje naar de sport. Met vriendelijke groet, Wim Witteveen